Ik ben regelmatig hard geweest tegen lieve mannen.
Niet omdat zij niet goed waren voor mij, maar omdat ik nog op zoek was naar wie ik zelf was.
Ik was jong. Zoekend.
Nog geen zuivere spiegel waarin mijn mannelijke kant zich kon weerspiegelen.
Ik zocht van alles, maar vond mezelf niet.
Vaak voelde ik me verloren, alsof ik overal was behalve bij mezelf.
Lieve mannen vroegen iets van mij wat ik toen nog niet kon geven: vertrouwen, rust, openheid.
Hun stabiliteit voelde ongemakkelijk.
Hun zachtheid onbegrijpelijk.
Deze delen in mezelf kende ik nog niet.
Soms koos ik liever het onzekere, het mysterieuze en het onbereikbare dan het oprechte.
Niet omdat ik geen liefde wilde, maar omdat ik mezelf nog niet kon dragen in liefde.
Achteraf zie ik het anders.
Met mildheid, naar mezelf.
Ook naar hen.
Herken jij dit? Pas als we onze eigen spiegel koesteren, kunnen we de reflectie van een ander zien.